04-02-2015

Miskolc, dag een

Vanochtend, lang voor het licht zou gaan worden, leerde ik dat er best veel mensen de trein van half zeven nemen. Nu is het ondertussen half acht en ik zit alleen in de foyer van een theater in Miskolc, Hongarije. Alleen? Ja, alleen. Er kwamen een klein half uur na aanvang nog meer laatkomers binnen. Naast mij waren twee plaatsen vrijgekomen en zij waren met zijn drieën. Dan geef ik mijn plaats wel af. Zeker bij dit stuk. Dit stuk is een musical, waarschijnlijk in het Hongaars, gespeeld door studenten of amateurs, daar ben ik niet zeker van. Er zit een onversterkt klassiek orkest achterop het podium en zes acteurs voorop. Geen decor. Het orkest is zachtjes warm wit uitgelicht en de acteurs fel in een koud witte volgspot. Als ze spreken gaat dat zonder versterking, maar als ze gaan zingen met, maar zonder galm en veel luider dan het orkest.

Waar het over ging weet ik niet. De boventiteling was vanaf mijn plek, achterste rij onder het balkon niet te zien. De buren gaven er daarom na een nummer al de brui aan, zodoende die vrije stoelen in een verder uitverkocht theater, naast me. Alsof ik weer eens in een cartoon terecht gekomen ben. Om me heen sluipt het foyerpersoneel, bezig met een wedstrijdje 'zo zachtjes mogelijk alles klaar zetten voor de pauze, want alles wat we doen, kunnen ze in de zaal horen'. Vooral de fikse stapels glazen stapelen doen ze leuk, met ingehouden adem.

Iets meer dan een half uur geleden was het nog niet duidelijk dat we een voorstelling zouden gaan kijken. Het plan was: om vijf uur naar het theater gaan voor de opening, dan gaan eten gevolgd door een wijnproeverij. Omdat de bus niet kwam, werden er twee taxi's geregeld. Wij, met onze lokale gids daarin, om met een bloedgang door de stad gereden te worden. Eenmaal hier was er consternatie alom over de plannen. Eerst eten, dat klinkt goed. Oh vegetariërs... geen probleem, jullie krijgen wat anders. Dus iedereen kreeg een wit bolletje gefrituurde kipstick en wij een broodje gezond. Dat bleek meteen de hele maaltijd te zijn.

Of we meteen door wilden naar de opening, want die was nu. 'Tuurlijk, wij zijn de beroerdste niet. Door het pand heen, gang door, trapje op, trapje af. Ah, een galerie. Camera's, champagne, bla bla. De directeur en zijn hulpje openden, woord voor woord, tweetalig de expo van decormaquettes. Applaus, proost. 
Of een van ons voor de camera wat vragen wilde beantwoorden? Een van de acteurs werd gestrikt, hij lulde wat in de rondte en wij verzorgden achterin het beeld de heftig gesticulerende expobezoekers met het obligate glaasje bubbels in de hand. Ik zie er nu al naar uit om deze week wat te zappen in het hotel en ons ineens in beeld te krijgen.

Vanochtend niet gedacht dat dat op het programma zou staan. Net als een gesprek van een uur met een meisje naast me in het vliegtuig die net van het een na grootste cruiseschip ter wereld kwam. Sinds september had ze daar als kinder-entertainer gewerkt. Als illustratie kwamen er al snel foto's van het schip en vrije dagen op het strand. Twee dagen geleden was ze aan het snorkelen in de Caraïben en nu, op haar verjaardag, eindelijk onderweg naar haar ouders. Twee maanden vakantie op het koude Hongaarse platteland. Een beetje het omgekeerde van de vakantie van haar klanten.

De opening duurde gelukkig maar even. Al snel stonden we met de hele club weer buiten. Het gros rookt en dus was dat de beste plek voor overleg. Of we op konden schieten want de voorstelling begint zo. Iedereen had honger en niemand trek om te gaan, maar om onze goede wil te tonen besloten we toch maar te gaan. Wel netjes van ons, maar achteraf gezien ook wat onzinnig.
In de pauze vond iedereen dat we genoeg onze best hadden gedaan en het tijd was voor een maaltijd. Een deur verderop zat een pizzeria waar we terecht konden. Eindelijk eten. Nauwelijks de prak achter de kiezen en onze gids drong er op aan weer naar het theater te gaan waar nog borreltjes waren en een festival van bevroren vleesgelei. (echt waar, bakjes met iets trillends en brokken er in, zo eng als zult, maar dan gelig, in plaats van grijs) Een man stond ernstig borrels in plastic borrelglaasjes te schenken, een rooie en een witte, Palinka, respectievelijk 42 en 50 procent.
Volgens onze gids was 50 procent alcohol wel de grens, daarboven vond ze het toch wat gaan overheersen... 

In combinatie met de flink verwarmde ruimte stond ik al snel weer buiten tussen de rokers af te koelen. Een gedeelte van de club komt langs lopen, onder aanvoering van een Hongaar die ik nog niet gezien had. Een andere party was er verderop. Steegje door. “Kijk deze bel, daar een camera, daar zeg je 'festival' en de deur gaat open.” We komen in een groot trappenhuis, volgen hem wat trappen op. Ik zag al achter de eerste deur een man met een hockeymasker en een motorkettingzaag vandaan komen. Of was dat een andere film? We werden naar een appartement geleid, bijzonder groen en hip ingericht, zachtjes muziek aan, iemand in de keuken verkocht bier en verder, verder was er niemand. Zaten we met z'n vijven opeens hier. Biertje dan maar. 

Na een kwartier waren er opeens ook 50 anderen, iedereen leek te roken en geen enkel raam stond open. Binnen een half uur was er nauwelijks nog genoeg zuurstof om sigaretten te laten branden.
Het festival had een bus geregeld om ons om middernacht terug te rijden naar het hotel. Ik had geen zin om te blijven en weer zo'n taxirit. Met z'n drieën peerden we hem. Lekker makkelijk met de bus terug. Ja ja. Na een half uur concludeerden we, dat we wel met dertig man stonden te wachten, maar geen bus meer hoefden te verwachten. Afgekoeld en wel wilde de derde taxi die we aanhielden ons wel brengen. Fijn. Met drie kerels achterin gepropt scheurden we weer terug.
Het was weer een schone dag geweest.



In een verder nogal apocalyptisch landschap
tussen Budapest en Miskolc, 
was dit een pittoreske afwisseling






Geen opmerkingen:

Een reactie posten