06-02-2015

Miskolc, dag drie

Dezelfde theaterkantine als gisteren, ongeveer dezelfde tijd. 

Mijn tekst hield gisteren op net voor het eten. Het 'diner' zoals dat door het theater aangeboden werd, het witte broodje, sloegen we over. We kwamen terecht in een restaurant waar een toetsenist achter een aquarium bekende liedjes speelde en zong. Waarschijnlijk zat de man daar al twintig jaar en wist ie niet wat hem overkwam toen twee actrices niet alleen besloten mee te gaan zingen, maar ook te gaan dansen. We zagen hem opbloeien. Zijn spel werd sneller en met meer volume, zijn bloed ging weer stromen. De ober kwam al snel checken of hij het nog hield. De ouwe viespeuk was niet meer te remmen. Voortdurend keek ie om zijn bladmuziek klapper heen om de konten van te dames te bestuderen. Niet een paar keer, maar een paar keer per minuut. Het eten was vet en onmenselijk veel. Ik kreeg een blik erwtjes met worteltjes en een blik mais. Daarboven op drie, in paneermeel gefrituurde stukken brie en op de zelfde manier bereidde hompen broccoli, bloemkool en champignons. Druipend van het vet. Als snel had ik genoeg. De dansvloer kookte ondertussen en meneer de viespeuk was drie tia's verder maar pompte gewoon door. Hij zou er het laatste uitpersen wat mogelijk was.

Na wat traag overleg werd er besloten terug naar het hotel te gaan. De ene helft zat direct in een bubbelbad, de andere aan de drank. Toen het bad buiten geloten werd verhuisden ze naar het bad naast de kamer waar wij zaten. Een paar hotelkamers zijn klein en sneu (die van mij) andere zijn groot en hebben een eigen whirlpool. De pret zette zich daar voort, terwijl wij de zin van het leven bespraken, of de laatste plaat van Slayer, dat weet ik niet meer.
Vanochtend bleek het zonnig, precies zoals voorspeld en gehoopt. Met zijn tweeën ontbeten en daarna alleen naar de dierentuin. Een rit dwars door de stad en omliggende dorpjes bracht mij bij de Miskolc Zoo. De receptioniste van het hotel moest het drie keer checken, de zoo? Echt waar? Wil je dáár heen?De zoo bleek op een berg te liggen in een bos. Kale bomen, zwaar van de sneeuw stonden steeds dichter naast de weg.
De dierentuin was rustig en wit. In het stadscentrum houden ze alles vakkundig sneeuwvrij, hier waren een aantal paden nog maagdelijk. Al snel kwam ik er achter dat ik inderdaad de enige bezoeker was. 

De zon scheen, alles was wit, het enige geluid kwam van wat vogeltjes. Daarom was ik hier. Hiervoor. Eindelijk. Een paar lama's bekeken me wantrouwend. Een zwijn poseerde netjes. helaas schoof een flitser van zijn klem af en viel in de sneeuw en de klem in een bak water. Die laatste kon ik door het hek nog bij, maar de flitser lag te ver weg achter het hek om nog bij te kunnen. Een tak bracht uitkomst. Zowel om de zwijnen weg te sturen die aan mijn flitser begonnen te peuzelen, als om het apparaat weer door de sneeuw naar me toe te harken. Gelukkig kan ie een stootje hebben.


Kamelen kunnen fluiten, wist ik niet. Ik zag een hitsige kamelenhengst met schuim op zijn bek die afwisselend diep ronkte en hoog floot. Ik deed toch een stap achteruit toen ie besloot plat op zijn buik en nek door de sneeuw voor me te gaan schuiven. Er zat wel een hek tussen, maar dat was enkel wat betongaas wat met een stukje ijzerdraad aan een paal vast zat. Ik had geen idee of ie daar doorheen zou komen. Het ging goed gelukkig. Kamelen blijken een staart te hebben waar ze ook hard mee tegen hun rug aan kunnen slaan. Als die rug en staart dan nat zijn, zoals vandaag, klinkt het alsof je een hond slaat met een dweil. (niet dat ik weet hoe dat klinkt natuurlijk) 



Een pad verder liep een tijger zijn rondjes. Heel treurig.een ijsberende tijger. De meeste andere dieren leek de treurige verbljven niet echt te deren, maar dit was echt sneu. Rondje na rondje, helemaal alleen. Met de tijger had ik zo'n beetje alle beesten die niet in winterslaap waren wel gezien. 


De volgende missie was hier weer weg zien te komen. De taxi hierheen was door de hotelreceptie gebeld, nu moest ik iemand anders vinden voor hulp. Behalve drie groenwerkers die een hele laffe poging deden een pad sneeuwvrij te maken had ik alleen de bejaarde vrouw achter de kassa gezien. Dus daar op af. 
'Do you speak English?' 
(Stel je een donkergrijs, doorrookt Sovjetaccent voor) -Little.
'Would you please call a taxi for me to Miskolc city centre?' -Yes
Zij blaft wat in de telefoon, smijt de hoorn neer.-Taxi will come, ten minoet.
'Thank you very much for calling!' -Yes

De taxi draaide geen Hongaarse radio drie, maar jaren tachtig heavy metal. Ik vroeg hem of het Savatage was, hij bloeit op, kijkt me hoopvol aan.- You know Savatage? You like?
Yes i do. Nu in ieder geval wel. Meteen paste hij de instellingen aan naar extra bas en extra hard. Met een grote glimlach reden we samen door het bos richting stad. "In the hall of the mountain kiiiiiing".







Geen opmerkingen:

Een reactie posten