Weer dezelfde tijd, zelfde plek, maar
een dag verder.
Een routine ontstaat. In ieder geval in
het schrijven van dit verslag.
Al loop ik iedere dag iets verder
achter. Gisteren hield ik op nadat ik met de heavy metal taxi
richting lunch reed. Bij de lunch verwachtte ik de hele groep, maar
die bleken hun plannen weer aangepast te hebben, dus at ik met Gaby,
onze Hongaarse gids en een collega van haar. Wel zo relaxed. Op het
programma stond een stadswandeling onder begeleiding van een gids. (ik weet het, er zijn nogal wat gidsen hier, vaak wel erg makkelijk
als je geen Hongaars spreekt en veel anderen geen Engels) De gidsen
bleken studenten van een toeristische opleiding te zijn. Aardige jonge mensen die beroerd Engels spraken.
Ze deelden
hun informatie op de manier die ik ken van de lagere school waar
leerlingen die echt geen zin hadden in hun spreekbeurt dat deden. Op
monotone wijze raffelden ze de zinnen af. Zinnen die ze nietzelf
geschreven hadden en nauwelijks begrepen. Aan het eind van dit
schooljaar zouden ze afstuderen en waren ze officieel gids. Dat
zullen boeiende wandelingen gaan worden. We hadden evengoed heel veel plezier.
Door serieuze vragen af te wisselen met willekeurige absurde
observaties was de sfeer al snel gezet. Zij snapten er niks meer van
en wij hadden de grootste schik. Het duurde even en zij zagen er ook de lol van in. Een kort bezoek aan het theatermuseum was onderdeel van de rondleiding. Veel foto's van lokale helden van vroeger. Mijn aandacht lag vooral bij een antiek schakelbord, en iets wat met recht een lichtorgel genoemd mag worden.
Min of meer per ongeluk werden we
binnengelaten in een klein museum naast de kerk. Daar leidde een
vrouw van ruim negentig in een bontmantel ons rond. Omdat als ze
wat zei, er nogal wat hilariteit was wilden we graag weten wat ze zei. Na vertaling bleek dat ze opmerkingen bleef maken over de kelder die onder het museumpje zat waar ze mannen opsloot. Wij waren welkom om die kelder te
komen bekijken.
Vriendelijke lachten we haar aanbod
weg. Of we ook de kerk wilden zien? Tuurlijk. Het bleek een kerk met
enkel banken voor bejaarden en zwangere vrouwen, de rest stond
tijdens de mis. Geen orgel, de bezoekers moesten zelf zingen. Da's een veel actievere mis dan die ik ken. Daar moeten bezoekers alleen een keer of vijf wisselen tussen op een bank en op hun knieën zitten. Aan de muur hing de op een na grootste
collectie iconen van Hongarije. De hele wand achter het altaar hing vol. Tegen de tijd dat onze dramaturg achter
een rij houten banken verdween alsof het beurtelings een trap of lift
was, was de lol compleet en typisch tijd om weer eens op te zouten.
Een aantal ging een voorstelling
bekijken waarvan ik achteraf begreep dat mijn beslissing om te gaan
schrijven een goede was geweest. Achteraf at ik hier, bij wijze van
diner een broodje kaassoufflé die uren nadat die gebakken was,
speciaal voor mij in de magnetron opnieuw tot leven gewekt werd. Het
kostte nogal wat tijd en moeite om de helft die ik wel op at ook te
verteren. De volgende voorstelling stond al weer
op het programma. De Zwitsers deze keer. En het was nog aardig ook.
Tamelijk abstract stuk van een acteur en een pasfotohokje. Stukken
beter dan alles wat er tot nu toe voorbij kwam.
Buiten was het koude gelei en
kikkerfestival volop bezig. De straten stonden vol kraampjes met
voedsel en drank, souvenirs en veel kikkers. Allemaal rondom een
lokale legende waarin een koud bord soep en een knipogende kikker de
hoofdrol spelen. Podia erbij, bandje erop en iedereen staat te zuipen
in de kou. En koud was het. Net onder het vriespunt bier gaan drinken
is niet helemaal mijn idee van festival, maar joh. Na een drankje
hielden we het voor gezien en gingen opwarmen in een Jazzclub. Dat
bleek helaas een beroerde touristenbar te zijn met een tweekoppig
zigeunerorkestje.
Een biertje later vonden we het hoogste
tijd en met z'n drieën kozen we er voor om het nagesprek over de
voorstelling van de Zwitsers te gaan bijwonen. Nagesprekken zijn hier
hetzelfde als in Nederland. Stomvervelend, traag en langdradig. Een
mompelende gespreksleider stelde lange, gesloten vragen aan de
acteur. Check. Ik peer 'm d'r uit.
Terug naar het hotel, zien wat ik
eigenlijk voor foto's gemaakt had.
Vrijdag 6
Uitgeslapen en bij dezelfde plek gaan
ontbijten. Ha dramaturg! Ook hier! Ook dat is al routine. Binnen een
paar dagen is wel duidelijk wie wat doet en met wie ik ook kan
praten. Zodoende zijn we veel met z'n drieën onderweg, meestal aangevuld met onze gids. Na de lunch kwam de rondleiding door de oude
staalfabriek ter sprake. Daar was ik graag met camera heen gegaan,
maar die is alleen morgen en dan zijn we aan het werk. Gaby vertelde
dat er nog wel een andere oude fabriek was waar we heen konden. Oké,
doen we. Met de taxi daarheen. Het bleek een voormalig Sovjet
industrieterrein wat nu grotendeels verlaten was en weg kwijnde. Met
een striemend koude wind een prima plek voor een verfrissende
wandeling. Zelden zoveel verval bij elkaar gezien. Als setting voor
een horrorfilm veel beter dan het appartement waar we de eerste avond
heen geloodst werden. Hallen waar de vloer goeddeels uit lag,
ingestorte machines en overal roest en roet. Sommige gebouwen werden
nog gebruikt als werkruimte of skatehal, het gros rot langzaam de al
jaren vervuilde grond in. Zo'n troosteloze schoonheid bezoek ik graag
met camera.
Terug in de stad ging mijn gezelschap na een kop koffie naar een voorstelling in het Hongaars en kon ik hier mijn toekomstige geheugen opfrissen en wat voorwerk voor morgen doen. Je zou bijna vergeten dat we hier zijn om een voorstelling te spelen. Morgenvroeg moeten we aan de bak. Ik hoop dat het zo soepel gaat als de rest van de week, maar stel me in op wat anders. Tegen de tijd dat ik het volgende blog tik, weet ik meer. Kíváncsi vagyok.