01-04-2018

Pisbak

Verandering van spijs doet eten.
Of niet.

Als regelmatig concertbezoeker heb ik het in Nijmegen makkelijk. Een groot deel van de bandjes waar ik naar luister komen hier spelen. In een van de zalen of festivals. Heerlijk luxe. Kan ik er op mijn fiets naar toe. Geen gedoe.

Gisteren gingen we een paar bandjes kijken in Eindhoven. Bandjes die niet eerder in Nijmegen speelden. Dus op naar Dynamo. Op het festival met die naam ben ik een paar keer geweest, maar nooit in de zaal zelf. In 2005 kwam er nieuwbouw waar een buurthuis, sportaccommodatie en popzaal voor 550 bezoekers in een pand zaten.
We zagen alleen de entreehal en de popzaal. Drie security types aan de deur. Wat opvallend, bij deze show. Binnen bleken er nog meer te zijn. Bij een publiek wat grotendeels uit wiskundestudenten en systeembeheerders bestond. Niet bepaald een risicowedstrijd.

Het hoofdprogramma, Ne Obliviscaris speelde goed. Dat wel.

Tijdens het voorprogramma kwamen we de zaal in en die stond vol. Best verrassend, want niet de makkelijkste muziek. Vol genoeg voor ons om bij de ingang te blijven staan. Met een stevige koude tocht in mijn nek zag ik de Amerikanen van Allegaeon de zaal opwarmen. 
De bassdrums van de drummer klonken als een luide typemachine waar door een ADHD-baviaan met evenwichtsstoornissen op getimmerd werd. Misschien was het een Eindhovense vrijwilliger die was gaan drummen, of was het wel de drummer van de band maar had ie een serie tia's tijdens de show, het klonk nergens naar. Die bassdrums werden harder uitversterkt dan de rest van de band zodat er om heen luisteren lastig was.

Het hoofdprogramma, Ne Obliviscaris speelde goed. Dat wel

Vanwege de drukte waren de zichtlijnen niet optimaal. Maar er is een balkon in de zaal, dus daar maar eens proberen. Het balkon is groot, of vooral diep, zeker een meter of vijf, maar het heeft geen verhogingen. Zodoende heeft alleen de eerste rij bezoekers zicht op het podium. Jammer dat die eerste rij ook geen ruk zag, want iemand was vergeten om de truss met zaallicht niet omhoog te hijsen. Als die een meter hoger hing, en die ruimte was er, dan was er vrij zicht. Als iemand de vier grote luidsprekers op die truss ook aangezet had, was er in ieder geval nog kans op een goed geluid op het balkon. Maar ze stonden uit. 
Helemaal links op het balkon was er prima zicht op het podium, maar toen ik daar ging staan stuurde een security-type me weg, want "nou wordt het hier te druk". Terwijl het de enige plek boven met zicht op het podium was waar mensen niet tegen elkaar aan stonden.



Op het balkon zelfwas de tocht overigens nog steviger. Boven het podium bleken buizen te zitten die koude lucht de zaal in pompten, langs het plafond en via de achterwand waaide het in mijn kraag. In andere zalen wordt er naar gestreefd om wel te koelen maar de luchtsnelheid zo laag mogelijk te hebben. Misschien stelde een Eindhovense vrijwilliger de airco af, of wilde de monteur uitproberen of ie binnen ook kon vliegeren.

Het hoofdprogramma, Ne Obliviscaris speelde goed. Dat wel.

Sinds het gebruik van gaslampen in theaters word het frontlicht, de lampen die vanuit de richting van het publiek naar het toneel schijnen in een hoek van ongeveer 45 graden opgehangen. Steiler dan dat levert donkere oogkassen van acteurs of muzikanten op, lager dan dat slaat het podiumbeeld plat. Zoals een flits op een camera de foto dat ook kan doen. In Dynamo hebben ze het frontlicht zo laag mogelijk en zo ver mogelijk weg gehangen van het toneel. Niet omdat er geen andere plekken zijn, maar waarschijnlijk omdat een Eindhovens vrijwilliger dat wel een mooie plek leek.

Naast me aan de bar hoorde ik:" Hoezo kan ik hier alleen maar pinnen, net in de hal kon ik ook met cash betalen. Ik heb geen pin op zak. Moet ik nou dit bier hier laten staan en zes bier halen in de hal?" Dat moest ie inderdaad.


Het hoofdprogramma, Ne Obliviscaris speelde goed. Dat wel.

Navraag leerde dat er 450 kaarten verkocht waren en dat er dus op drukke avonden nog 100 bezoekers meer in de zaal gepropt worden. Net voor het hoofdprogramma wurmden we ons voor de mengtafels langs naar de rechterkant van de zaal. Daar was nog plek en stonden we niet onder het balkon zodat we meer kans op een fatsoenlijk geluid hadden. Dat klopte. Helaas is er geen deur aan die kant van de zaal en ook geen trap naar het balkon, dus voor toiletbezoek mochten we ons door de nu echt volle zaal persen om de uitgang weer te bereiken. Toiletten waar een lange stinkende pisbak zonder tussenschotten is. Met net genoeg ruimte om te staan en als iemand van de zit-toiletten de deur enthousiast open doet, krijg je die in je rug.

Gelukkig speelde het hoofdprogramma Ne Obliviscaris speelde wel goed.

De volgende keer ga ik ze kijken in een zaal waar ik ze ook kan horen en zien. 


Geen opmerkingen:

Een reactie posten