Boven het geluid van de stofzuiger uit hoorde ik metaal kletteren. Een flink stuk zo te horen. Ik kijk uit het raam en zie een oude man in een pak, met een rollator en daarop het grootste gedeelte van een naaimachine. De bovenkant was ie er weer op aan het zetten. Dat was waarschijnlijk het gekletterde deel. Ik bedacht me dat als ik een camera in de buurt zou hebben dat ik hier wel een foto van wilde maken.
Het volgende moment bedacht ik me dat ik gewoon thuis was en een camera uit mijn tas kon pakken. Dagen achter elkaar werken waren me duidelijk niet in de koude kleren gaan zitten. Vervolgens probeerde hij met rollator de stoep op te komen. Dat mislukte. Het hoogteverschil was te groot. Zonder rollator liep ie links uit beeld.
De rollator bleef achter en trok al snel de belangstelling van voorbijgangers, maar iedereen liet het staan, misschien ook omdat mijn telelens van achter mijn ruit er op gericht was.
Na een minuut of wat was de man weer terug. Over koude kleren gesproken, nu had ie een jas over zijn pak aangetrokken. Hij begon de grote oversteek naar de andere kant van de straat. Met zijn tempo had dat wel iets weg van Frogger. Al moest nu vooral het voorbij komende verkeer aan de kant gaan.
Aan de overkant is een klein opritje in de stoep. Daar reed ie met rollator tegenop. Maar de zwaartekracht liet opnieuw de bovenkant van zijn naaimachine op de grond kletteren. De man probeerde te bukken om het op te rapen, maar hij dreigde zelf topzwaar voorover te gaan. Voorbijgangers schoten te hulp om alles weer rechtop te krijgen.
Handen werden geschud, de mannen bedankt en de man vervolgde zijn weg. De neiging om naar buiten te lopen, te vragen of ik een portretfoto van mocht maken en te vragen wat ie ging doen met die machine onderdrukte ik.
Je kan ook te ver gaan.
Er moest immers nog gestofzuigd worden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten