Op mijn vraag hoeveel hij kon zien antwoordde hij: "Dat kan ik precies zeggen, nul procent".
geen vage vlekken, geen licht en donker, helemaal niets. Op de tast door het leven. En dat deed ie goed. Binnenkort naar het wereldkampioenschap schaken voor slechtzienden. Iedere speler heeft zijn eigen aangepaste bord. Zetten worden hardop uitgesproken en de regel 'aangeraakt is zetten' telt hier niet.
Terwijl ik al een paar keer eerder portretten maakte van slechtzienden en blinden merk ik iedere keer hoe allesomvattend zo'n beperking is. We liepen nu naar buiten om op straat een paar foto's te maken en prompt loopt ie een struik in. Wat doe ik? Geef ik een hand, geef ik richtingaanwijzingen, vraag ik wat hij wil? Doorgaans is er al een bijzondere verhouding tussen geportretteerde en fotograaf, nu is dat nog gelaagder. De communicatie moet op een andere manier dan ik gewend ben. Ben ik met andere klussen vooral uit op het creƫren van een prettige sfeer, nu ben ik opeens ook mede verantwoordelijk voor zijn veiligheid. Doorgaans laat ik tijdens een sessie zien wat ik aan het maken ben, nu was dat zinloos. Hij heeft geen idee wat ik maak en gaat dat nooit zien.
Zelfs bij het afscheid nemen betrapte ik mezelf er op dat ik 'tot ziens' riep.
Opnieuw realiseer ik me hoeveel mazzel ik heb met de dingen die ik wel kan.
(en daar vallen goed schaken of piano spelen zeker niet onder)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten