De geweldige sportzomer ligt gelukkig
al weer even achter ons. Maandenlang was radio en tv vergeven
van voetbal, wielrennen, meer voetbal, nog meer wielrennen en om het
af te toppen een kleine maand met Olympische spelen. In September kon
ik eindelijk weer Radio 1 luisteren zoals ik die het liefst heb. Meer verdieping en minder interviews met voetbaltrainers en
wielerliefhebbers.
Een sport vind ik dan wel weer leuk om
af en toe te kijken. Ieder jaar rond Kerst komen een kudde vette
alcoholisten in Engeland bij elkaar om te gaan darten. Jammer dat op
het podium niets meer gedronken mag worden. Een paar jaar geleden,
voor het verbod, was de hoeveelheid pints wat er weggezet tijdens de
wedstrijd, zeker zo indrukwekkend als het gooien van de pijltjes. Veel blijft wel hetzelfde. Zoals de
verkleedpartijen in het publiek. De hele week zijn er al een aantal
jongens verkleed als banaan, en de gehele Sesamstraat bevolking
loopt rond, starnakel dronken, op zoek naar meer. Meer van alles.
De atleten zelf zijn gekleed in
blousjes, meestal glimmend, vol met reclame en achterop een
afbeelding en hun bijnaam. Meestal een slechte woordspeling
op de eigen naam of afkomst. Blousjes die wél altijd net te klein
zijn, zodat iedere vetvlek van de voor de wedstrijd genuttigde fish
en chips, en verse zweetplekken mooi opgespannen in beeld komen. Mijn favoriete onderdeel is de stem van
de scheidsrechter/presentator. Iedere gegooide stand word omgeroepen.
Lage scores op een verveelde toon waar ongenoegen over de slechte prestatie in doorklinkt. Alles boven de honderd op een hoger volume,120 alsof hij vers
kinderbloed van z'n lippen likt. 140 alsof ie uit z'n graf omhoog
komt na een jaar. Maar de Onehundredandeighty komt er uit op een
manier waar geen enkele black metal zanger aan kan tippen. Mét
stukjes long en tumor, bloed gorgelend, hard en langdurig.
Geen idee of het ieder jaar dezelfde
man is, of ze hem inderdaad opgraven en opwarmen. Misschien is het
wel ieder jaar een nieuwe, na voorrondes en verkiezingen. Een soort
The voice of darts. In kleine pubs in Wales, waar na de wedstrijd
'wie kan het meeste Haggis eten, zonder te kotsen op het podium', het
hoofdprogramma begint. Staan ze daar, in slechtzittende zwarte pakken
te zweten onder de podiumverlichting. Beurtelings "180" schreeuwen.
Slowmotioncamera's registreren feilloos hoe de restjes haggis, in het
tegenlicht tussen de snorharen door gespuugd worden.
Brullen tot ze een hartverzakking
krijgen. Prachtig.
En op de Veluwe trof ik dit gele koraaltje. Ok mooi.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten