Ook 2015 was een fijn
muziekjaar met heel veel interessante platen. Ook het jaar waar ik meer dan ooit ook luisterde naar jazz, death metal en reggae. Nooit te oud om wat nieuws te ontdekken. Oudgedienden en
nieuwkomers wisten me regelmatig te verrassen. Met zoveel kwaliteit
vond ik het moeilijk om me te beperken tot de beste vijftien, maar heb het toch gedaan.
Wat ik luisterde:
Ancient Warfare - The Pale Horse /
Arenna - Given to Emptiness / Alabama Shakes - Sound & Color / Bliksem - Gruesome Masterpiece / Bjork
– Vulnicura / Colin Stetson & Sarah Neufeld - Never Were
The Way She Was / Faith No More-Sol Invictus / Graveyard –
Innocence & Decadence / Ian Siegal - The Picnic Sessions / Lamb
of God - Sturm und Drang / Mandolin Orange - Such Jubilee / Passenger
- Whispers II / Patrick Watson - Love Songs For Robots / Robin
Borneman - Folklore 1 - The Waving Days / Shai Maestro Trio - Untold
Stories / Son Lux – Bones / Steve Earle – Terraplane / The
Unthanks - Mount The Air / Tobias Jesso Jr. - Goon / Tony Macalpine -
Concrete Gardens / Twenty One Pilots – Blurryface / Unknown Mortal
Orchestra – Multi-Love
Waar
ik (veel) vaker naar luisterde:
Alkaloid - The
Malkuth Grimoire / Amenra – Live II / American Aquarium – Wolves
/ And So I Watch You From Afar - Heirs / Bjork – Vulnicura / Brent
Best – Your Dog, Champ / Calexico - Edge Of The Sun / Curtis Eller
- Baudelaire in a Box / Cynic - Kindly Bent to Free Us / Graveyard –
Innocence & Decadence / Jaga Jazzist – Starfire / Jon Spencer
Blues Explosion, The Freedom Tower / Kamchatka - Long Road Made of
Gold / Passenger - Whispers II / Patrick Watson - Love Songs For
Robots / Ryley Walker - Primrose Green / Tom McRae & The Standing
Band - Did I Sleep And Miss The Border / Willie Nelson & Merle Haggard - Django and Jimmie
Wat uiteindelijk het meest beklijfde: (in alfabetische volgorde)
Baroness –
Purple
Op de valreep nog
in de lijst gekomen. Vorige week pas uitgekomen en dus nog niet heel
uitgebreid kunnen luisteren. Zeker na de matige show in Utrecht had
ik mijn twijfels, maar die bleken onterecht. Vette rock, dikke sound
en af en zelfs vreemde samples. Waarschijnlijk hadden ze gewoon een
slechte dag toen ik ze zag. Hiermee maken ze weer veel goed.
Battles – La Di
Da Di
Pas kort voor het
maken van deze lijst ontdekt, maar de heren doen het opnieuw.
Eigenzinnige mix van jazz, rock en pop. Nauwelijks stemmen, wel
top-instrumentalisten. Een typische muzikantenband die niet bang
hoeven zijn om opeens in hitlijsten te komen.
Cattle
Decapitation – The Anthropocene Extinction
Voor mij dé
metalplaat van het jaar. Hard, zwartgallig en gestoord. Ze combineren
technisch vermogen met echte nummers. Geen herrie om de herrie, maar
een plaat zoals ze zelden gemaakt worden. Nu staan veel metalbands
niet bekend om hun zinnige teksten, Cattle Decapitation is een
uitzondering.
Bop English -
Constant Bop
Bijna over het
hoofd gezien op de concertladder, maar dit bleek de helft van White
Denim te zijn. Een band die al verschillende keren een diepe indruk
achter liet na live shows. De zanger beunt er zelf wat bij en heeft
de bassist meegenomen, al speelt die hier voornamelijk toetsen. Goeie
liedjes, pop met een eigenzinnige draai.
Clutch - Psychic
Warfare
Rock zoals ie moet
zijn, brutaal, in je gezicht. Alsof het 4 jongens van 18 zijn die de
wereld gaan veroveren. 18 zijn ze al heel lang niet meer, maar ze
zijn hier scherper dan in tijden. Timing, stijl, energie, het komt op
deze plaat heerlijk bij elkaar. Zo kan hardrock swingen.
Darrel Scot –
Ten songs of Ben Bullington
Jaren geleden ooit een plaatje van opgepikt met een opvallend mooi
nummer. Op zijn laatste staan er meer. Persoonlijke verhalen van een
ervaren man. met relativering en humor zingt ie over zijn leven. Een
nummer springt en voor mij uit. “Country music, I'm talking to
you”. Waar hij inderdaad een muziekstijl tot de orde roept. Alle
liedjes zijn geschreven doorBen Bullington, een recent overleden vriend van Darrel Scot die naast chirurg ook liedjesschrijver was.
King Dalton –
Thilda
Een van de betere
tips van dit jaar. Vlaams gezelschap dat erg Vlaamse pop maakt. Zoals
dEUS en Moondog jr. 20 jaar geleden. Mooie liedjes, samenzang,
experimenteren op een frisse manier. Live bleken ze het volop waar te
maken en een hele fijne show in huis te hebben. Hopelijk nog vaak in
de buurt te gast.
Rotor – Fünf
Vier jongens uit
Berlijn. Instrumentale rock die geen moment verveelt. Inderdaad
opvallend veel instrumentale platen in de lijst, zeker in de harde
muziek vind ik de zang vaak de zwakste schakel. Hier lange
melodieën, grote lijnen. Hoewel diep geworteld in de
stoner-traditie, toch echt een eigen geluid. Ongetwijfeld komend jaar
weer te gast en een zekere aanrader voor iedereen die van ronkende
gitaren houdt.
Satanicpornocultshop
- Faucet Zero
Japanners lijken
muzikaal altijd de meest extreme variant te kiezen. Wat ik daar
vandaan hoorde was altijd over the top. Zo ook deze. Van mijn hele
lijst is dit de enige die naar dance ruikt, maar dan wel zo gestoord
en stuiterend dat ik het weer leuk vind. Andere platen van ze laten
een wat breder geluid horen, hier beuken ze de diepte in. Niet
luisteren op laptopspeakers, maar met goede koptelefoon of dikke
luidsprekers.
Spidergawd – II
Noorse rock. In de
Motorpsycho familie was nog ruimte voor een extra band. Eentje waarin
een grote sax een hoofdrol speelt. Vette rockers, mooie liedjes.
Muziek om bier bij te drinken en tegen aan te leunen.
Sufjan Stevens –
Carrie and Lowell
Vreemd, raar, maar
wel heel mooi. Een plaat die ook na best vaak draaien nog steeds zijn
plek bij mij niet helemaal gevonden heeft. Maar met zulke mooie
liedjes en zo'n mooi geluid komt ie toch in de top 16 terecht.
The Decemberists –
What a terrible world, what a beautiful world
Ze doen het gewoon
weer. Weer een plaat vol mooie liedjes in een geheel eigen stijl. Ook
dit keer weer prachtig geproduceerd. Uitzonderlijk bandje wat los
lijkt te staan van de rest van de muziekwereld. Gewoon hun eigen
nerd-pop maken en de vreemdste teksten er bij zingen.
Villagers -
Darling Arithmetic
De band die de
grote zaal in Roosje stil kreeg. Ik hield met honderden mensen om me
heen, mijn adem in bij de toegift. Zo mooi, zo breekbaar, zo
overtuigend. Een paar jaar geleden een aardig bandje, maar met deze
plaat doorgestoten naar de top. Bijzonder mooi.
Mumford and sons –
Wilder Mind
Deze plaat kostte
wat tijd om aan te wennen. Twee platen lang hadden het het gros van
de liedjes een duidelijk stramien. Zachtjes beginnen, dan samen
zingen, bassdrum er bij en feesten maar. Heel goed recept om
concertzalen en festivalvelden mee af te breken. In korte tijd
groeiden ze dan ook uit tot mega-act. Komen ze met een plaat die
totaal anders klinkt. De banjo's zijn ingeruild voor gitaren, de
vaste song-opbouw verleden tijd. Wat bleef zijn de mooie liedjes. Na
tig keer luisteren helemaal aan gewend.
Puscifer – Money
Shot
De radiostilte bij
Tool duurt al jaren. Gelukkig heeft hun zanger er nog een bandje
naast. En wat voor een. Aanvankelijk vooral melig of te vaag, maar
met de laatste twee platen tellen ze mee. In een mix van stijlen en
een hele vette productie brengen ze prachtige nummers. Af en toe wat
vervreemdend, maar heel eigen en erg verslavend.
Natuurlijk heb ik maar een fractie gehoord van alle muziek die dit jaar uit kwam.
Tips over platen die ik gemist heb en de moeite waard zijn, hoor ik graag!
En waarom niet, gewoon weer een paard