Gisteren zat ik naast een emu.
Zij keek naar mij, ik keek naar haar.
Ik stelde nog eens scherp en ze draaide de andere kant op.
Wat een rare, enorme kippen zijn dat toch.
Dinosauruspoten met daarop een slordige plumeau waar een slang uitkomt om te eindigen in een bijna harige kop. Kippen zijn niet harig, kippen hebben veren. Deze niet, deze hebben haar. En dan die ogen, groot, helder en scherp. Iets maakt dat ze heel arrogant lijken, misschien die grote wimpers die niet helemaal omhoog gaan.
Een beetje verveeld misschien.
Het zou ook kunnen komen, doordat ik ze alleen op plekken zie waar ze zich kapot vervelen. Maar om die verveling voor ze te doorbreken, daar voelde ik niets voor. Er zat geen hek tussen mij en de reuzenkip. Bij nader inzien is een verveelde blik dan nog niet eens zo gek.
Ja?
Emu in de inklapstand.
Souverein de verte in starend.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten