Een week of drie geleden wapperde er een vlinder binnen.
Als een mot fladderde het/hij/zij om de lamp.
"Kijkt nou uit, zo ga je stuk" zei ik nog,
maar blijkbaar horen vlinders niet zo goed,
of wilde het/hij/zij gewoon niet luisteren.
De dag erna, was de nieuwe verblijfplaats, de ruimte tussen raam en gordijn geworden.
Sindsdien zag ik twee keer een teken van leven. Bij thuiskomst keek ik iedere keer waar het/hij/zij zat en twee keer was dat een nieuwe plek. Blijkbaar was de beste overwinterplek nog niet gevonden.
Vanochtend was er paniek. Een hoop gefladder en geklapper.
Gaan liggen winterslapen in mijn raam vind ik prima,
maar geen krampachtig gedoe, daar pas ik voor.
Een korte actie met een glas en een envelop was genoeg.
"D'r uit!", riep ik nog.
Eenmaal buiten vloog het/hij/zij weg alsof er niets was gebeurd.
Dag
Geen opmerkingen:
Een reactie posten