06-01-2017

Beermarter

In het kleine, koude dierenpark probeerde ik een neusbeer op de foto te zetten.
Probeerde, omdat hij (of zij, daar wil ik vanaf zijn) in zijn (of haar) hok zat en zich aan het nestelen was als een hond die zijn (of haar) draai niet kan vinden. Even was er aandacht, toen mijn flitser het hok in spatte, maar dat was niet van lange duur. Grommend werd een pluk stro aan de kant gegooid.


Ondertussen hoorde ik achter me een schel stemmetje: "Meneer, meneer, meneer". 
De Kinderen voor kinderen 'R' klonk bij dit exemplaar echt heel aanstellerig.
En het ging ook maar door. Verbaasd draaide ik me om, want Kinderen voor kinderen kinderen hebben het doorgaans niet tegen mij. Een feit waar zij en ik beide niet rouwig om zijn, maar dit terzijde. 
"Meneer (de letter R was ondertussen volledig verdwenen en vergaan in de letter J met keeltyfus), heeft u de Beermarter (verzin zelf maar hoe die dierennaam klonk uit het Gooische keeltje) al gezien?"  Uh, nee, ik stond immers te wachten tot de neusbeer zijn harses nog eens uit zijn hok liet hangen.

 "Meneer, de Beermarter is ontsnapt en zit boven u in de boom". Langzaam begon ik aan zijn frequentie (belachelijk hoog) en zijn spraakafwijking (gewoon belachelijk) te wennen en verstond ik ook wat ie zei. Ik kijk omhoog en zie daar een sacherijnig beest zitten. "Dank je wel voor de tip, ik zal proberen hem (of haar) op de foto te zetten". Het Kinderen voor kinderen kind leek zijn missie volbracht te hebben en sprintte weg. Ik verplaatste mijn flitser en stelde scherp op de Beermarter. (Zelfs tijdens het schrijven hoor ik mezelf Beejmajtej zeggen, als dat nog maar goed komt) Hij (of zij) (de majtej dus) (aarrggh) maakte dat ook niets uit en bleef gewoon sacherijnig kijken. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten