Maar je weet dat ik de pest heb aan kaartspelletjes.
-Ja dat weet ik.
Oke, dit is een gub, die speel je,
en als het spel klaar is wint de speler met de meeste guppen.
-Je bedoelt gubben?
Ja. Of eigenlijk gubs.
Daar leg je dan een paddenstoel op om hem te beschermen.
Die kan ik dan weer slopen met een paddenrijder.
Met deze zeepbel pak ik dan je gub af.
Die kan jij dan later weer mollen met een speer.
Al die tijd keek ie erbij alsof het heel logisch was.
Alsof het niet totaal absurd was wat ie uitkraamde.
Ik ging met ieder nieuw begrip harder lachen,
omdat ik niet alleen op lette, wat er verteld werd,
maar me ook voorstelde hoe deze tekst buiten een spelletjeswinkel zou klinken.
Morgenavond heb ik de gebruiksaanwijzing gelezen,
en zit ik aan tafel dezelfde nonsens te herhalen.
Dus dit is een gub...
En dit is weer een heel ander spelletje
Geen opmerkingen:
Een reactie posten