Hij was er even mee bezig, maar het is toch gelukt.
Twintig jaar geleden probeerde Terry Gilliam een film te maken. Dat was 'm al een paar keer aardig gelukt. Monty Python and the holy grail was zijn eerste en daarna lukten er een paar ook best aardig. Alleen met The man who killed Don Quichotte ging het mis. en niet zo'n beetje ook. Gelukkig is er een documentaire gemaakt over hoe dat mis ging: Lost in La Mancha. Absoluut de moeite waard om te kijken. Een beetje zoals Heart of Darkness waarin je ziet wat voor gierend drama Apocalypse Now was om te maken.
Terry gaf het niet op en is twintig jaar blijven knokken om die film toch te maken. Nu, op zijn 77ste, is de film toch uit. Knettergek, hartstikke mooi, totaal chaotisch, prachtig in beeld gebracht. Alles tegelijk. Met heel veel verwijzingen naar films en politiek en zijn eigen oevre.
Die film zag ik in een uitgewoond bioscoopzaaltje. Het scherm was duidelijk gerepareerd en al even niet gepoetst. Het geluidssysteem was nog uit de tijd dat Don Quichotte geschreven werd. En nee, niet het script, maar het originele boek. De entreedeur van de zaal paste helemaal in de stijl, voorzien van bruin tapijt en een trotse Dolby reclame.
In de film lopen droom en werkelijkheid regelmatig soepel in elkaar over.
Gelukkig stapte ik bij het verlaten van het bioscoopje gewoon weer 2018 in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten