07-01-2018

Nat

Raar volk. 
In de zomer: zonnetje, twintig graden, geen hond. 
Vandaag:  Koud, dikke wind, nul graden, druk.


Sinds de opening van de nevengeul van de Waal zag ik er niet zo veel mensen. In de file kwamen ze er heen. Naar het water kijken. Nou was er ook meer water dan de rest van het jaar. Zoveel dat de inlaat niet meer te zien was. Alleen de verkeersborden op die dijk die waarschuwen voor draaikolken en dat je daar beter niet kan gaan zwemmen kwamen nog boven het water uit.


En natuurlijk hielp de zon een handje voor het toeristische gevoel. Ik hoorde dat er in december tien zonuren waren. Tien. In een maand. En dit jaar had ik mijn zonnebril ook nog niet uitgepakt. Dus al vriezen de oren van je kop: De zon schijnt: Wij gaan wandelen.


Ook op de dijk in de Ooij was het filerijden tussen de wandelaars, fietsers en skaters. Flitsers en statieven mee in de hoop nog een knol tussen de ogen te kunnen flitsen, maar die hadden zich verstopt. Vanwege het hoge water staan ze niet op de gebruikelijke plekken. Van overheidswege zijn ze naar 'hoger gelegen gebieden' gebracht. 
Goed voor de knollen, jammer voor mij. Ik trok mijn capuchon nog maar eens aan en telde mijn zegeningen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten