12-01-2018

Beving

Omdat de fotograaf van dienst met griep onderuit lag viel ik in. Of ik Joep Beving op de foto wilde zetten. Toch een vrije avond, kleine moeite. Eerder op de dag al gecheckt of er een liftfoto in zou zitten, maar dat was geen optie. En trouwens ook geen optie om vooraan bij het podium te fotograferen, maar alleen tijdens de eerste drie nummers van achter uit de zaal. Mijn motivatie erodeerde rap. 

De grote zaal bleek met vierhonderd stoelen en krukken gevuld te zijn en het podium, het podium stond ook in de zaal. Huh? Een paar podiumdelen waren voor het vaste podium op de vloer gezet en daarop stond een piano. Drie peertjes hingen daar boven bij wijze van lichtshow. Eerst koffie.



Keurig op tijd komt ie op, groet het publiek en speelt een stukje. Heel zacht. Zeker voor poppodium begrippen hééél zacht. Het publiek wat net iets later binnen kwam en zag dat er op het balkon nog wel zit plekken liep de trap op. SPRUT< SPRUT<SPRUT<SPRUT. Het maakt geen moer uit hoe zacht je loopt, als de trap nog plakt van het bier van het laatste feestje, dan maak je herrie. Herrie die normaal daar niemand hoort, maar nu gruwelijk gênant was. Verstoord keken andere bezoekers om.

Ik drukte een keer af en hoorde de echo van mijn sluiter ongeveer terugkaatsen van de andere kant van de zaal, terwijl mijn camera al op stil stond. Oké, niet bewegen met mijn fototas, niet afdrukken, niet te hard ademen en zeker niet de trap op lopen. Nummer klaar, Joep draait zich om en begint te praten. NÚ. Nu de trap op om een overzichtsfoto te kunnen maken. Hij vertelde dat ie pauze had gehad en dit de eerste show van het jaar was. Zondag moet ie naar Groningen en daar zag ie nog al tegen op. Gezien de gebeurtenissen van afgelopen week. En zeker met zijn achternaam. Hij vroeg het publiek niet na ieder stuk te klappen, dat koste te veel tijd. Tijdens zijn praatje kon ik een paar foto's maken, inzoomen, uitzoomen, groothoeklens beetje afwisselen en daar ging ie weer. 



Ik sloop naar de andere kant van het balkon om nog een foto te maken van een spelende pianist en dan zat het er wel op. Maar wat volgde wat zo zacht dat dat helemaal niet kon. Wachten op een gepast moment om de zaal uit te gaan was de nieuwe strategie. Tijdens massages heb ik wel eens gevraagd of de muziek uit mocht. Van die hersendode trage tingeltangel muzak. Dat mocht toen. Toen wel. 



Joep Beving speelt piano in de traditie van Arvo Pärt, Erik Satie en Phillip Glass. Muziek waar het kruidenthee drinkende deel der natie onder het genot van een biologische blankhouten wierookstaaf op weg kan zeveren. Muziek die, als je wacht op een gepast moment om de pleiterik te maken, heel bijzonder blijkt. Namelijk vanaf de eerste tonen klinkt ieder stuk alsof het bijna af is, bijna. Nog één trage noot die uitsterft. En dan nog een. En de laatste. Ik sta al schrap om de plaktrap weer af te dalen. Nog één noot. Minutenlang duurt het einde van ieder nummer. En dan, als het echt zo lang stil is dat het wel afgelopen moet zijn, begint ie aan een nieuw stuk. En klapt het publiek op zijn verzoek niet.

En dat drie keer. Zelden was ik zo opgelucht dat er uiteindelijk applaus klonk. 
Trap af, 
deur door, 
zachtjes dicht want het applaus was bijna op 
en ik sta op de gang. 
Victorie!
Adem uit.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten