Vroeger, aan het begin van het grenen tijdperk, belde mijn vader zo nu en dan op zonnige dagen op van zijn werk. Of we buiten konden eten? Destijds aten we 's middags warm en 's avonds brood. Dat ging dan met ranja, koffie en een paar pilsjes in een koelbox mee naar het bos. Hetzelfde bos waar hij naast opgroeide. Daar was een ven, waar het op zomeravonden goed toeven was. We aten en klooiden dan wat met zand en water. Met z'n vieren weg van de grote wereld. Eenvoudig vermaak. Fijn. Ik voelde me helemaal thuis op die plek.
Vandaag waren we daar weer. Met z'n drieën. Zonder mijn vader. We hebben er zijn as uitgestrooid. Precies 21 jaar geleden overleed hij. De urn had lang genoeg op de begraafplaats gestaan. Hij mocht terug naar waar hij vandaan kwam. Raar om afscheid te nemen van iemand die er al zo lang niet meer is. De zon scheen op het water, het was fris. Een koelbox hadden we niet mee, we aten in een opgehipt restaurant naast de parkeerplaats. Lekker, maar helemaal thuis voelde ik me niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten