Liep
de Sint nou weer vast in een rijmpje?
Daar
leek het wel op.
Normaal
had ie rijm- en dichtPieten om dit klusje te klaren,
maar
die waren weg. Waarschijnlijk naar de kroeg.
Daar
zaten ze afgeschminkt en wel aan de jonge klare en een halve liter.
Het
gezever over Zwarte Piet hing ze de strot uit.
Moest
de Sint opeens zelf de honneurs waarnemen.
Wist
hij veel hoe dat moest.
“Ik
ben toch zeker Sinterklaas niet” riep hij uit.
Om
zich daarna meteen te bedenken dat hij dat nou juist wel was.
Bladerend
door zijn grote boek zocht de Sint of ie niet iets van vorig jaar kon
gebruiken,
maar
dat gedeelte ontbrak, dat lag nog bij de boekhoudPiet.
Sinds
de controle een paar jaar geleden liet die niets meer aan het toeval
over.
Hoewel
raciaal profileren door de Belastingdienst moeilijk hard te maken
was,
had
hij wel het idee dat het geen toeval was dat hij ieder jaar
doorgelicht werd.
De
Sint had er een hard hoofd in dat er nog wat zou gaan rijmen in deze
tekst.
Het
leek wel of zijn mijmeringen op papier kwamen,
in
plaats van iets vrolijks en persoonlijks.
Daar
kon ie toch niet mee aan komen?
Hij
had ook al van die rare presentjes meegenomen en nou dit ook nog?
De
Sint legde zich er maar bij neer en het moede lijf te rusten.
Ook
zonder gedicht redde hij zich hier wel uit.
Met
een welgemikte hand pepernoten
vol in
het gezicht van de lieve kindertjes om hem heen,
waren
ze lang genoeg bezig om niet te zien,
dat
Sint de dichtPiet ging vergezellen.
Want
rijmen of niet.
Van al
dat schrijven had de Sint wel een droge strot gekregen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten