19-03-2014

Kettingkotsing

De technicus die eigenlijk zou komen lag geveld op bed. Op het laatste moment had ie een collega gebeld, of ie het niet over wilde nemen. "Maar ik ken die hele show van jou toch niet?".
"Het wijst zich van zelf, pik die bus effe op en als je vragen hebt moet je maar bellen."

Zo gezegd, zo gedaan, kwam er een busje uit Rotterdam. Aardige jongens, daar niet van.
Maar de een was het jonge broertje van de eigelijke techneut, die alleen mee was om te sjouwen, en verder niet zo heel veel niks wist. 
De ander was een ervaren trekkenwandmachinist, maar kende deze voorstelling niet en had weinig kaas gegeten van licht en geluid. Aardige jongens, daar niet van.

Met het nodige schrappen in het lichtplan en het nodige kunst- en vliegwerk kwamen we toch tot een show. Met vereende krachten werd er doorgebeund tot alles het deed. 
Tussendoor kwamen er de nodige smeuïge verhalen in getapt Rotterdams voorbij. De techneut en de productieleidster hadden jaren samengewerkt en vulden elkaar vermakelijk aan.

Had je dus weer een opera, gemiddelde leeftijd 80, midden in de zomer, dus bloedje heet, en wij zeggen, d'r zal d'r wel weer eentje dood blijven vanavond. En ja hoor, drie ambulances.

Jarenlang een vent als vaste gast, komt zoveel keer in de week binnen. Maar ja, hij wast ze eigen niet elke dag. Wat? Zegt maar gewoon dat ie vreselijk meurt. Dus iedere keer als ie d'r is, komen er na een paar minuten, vijf, zes man vragen of ze ergens anders mogen gaan zitten, een beetje bovenwinds.

Nee, die keer dat die gozert over de rand van het tweede balkon op het eerste balkon kotst, ja die gast daaronder hield het niet binnen, en sproeit de eerste rang onder, waarop daar dat meisje wegrent en de hele draaideur vol legt.
Da's bijna domino-kotsen, of nee, da's een kettingkotsing.


En datte we toffe jongens zijn dat wille we we-eete

Geen opmerkingen:

Een reactie posten